Woensdag, 110412, Vinales
Door: Lucas
Blijf op de hoogte en volg Lucas en Petra
11 April 2012 | Cuba, Viñales
Volgens de gidsen bevinden we ons in het mooiste stukje Cuba. De vallei is inderdaad indrukwekkend. Vlakke, diepgroene tabaksvelden, onderbroken door de eigenaardige mogotes en omsloten door begroeid bergland. Het gaat om kalkachtig gesteente uit het Jura-tijdperk, dus ongeveer 150 miljoen jaar gelden ontstaan. In al die miljoenen jaren is het gesteentde flink geerodeerd, alleen de meest werbarstige stukken kalksteen en mergel bleven over. Dit verklaart de vreemde vormen van de mogotes: vrij steile hellingen en aan de bovenkant mestal vlak en dichtbegroeid. Nog een kenmerk is de uitspoeling van binnen, een soort gatenkaas, een spectaculair grottenlandschap met rivieren, bronnen en wandschilderingen van de eerste bewoners van Cuba.
's Morgens wandelen we onder leiding van een lokale gids door het landschap, zien boeren nog ouderwets met de hand ploegen, getrokken door twee ossen. De gids legt uit dat dit noodgedwongen is: de Russische tractors doen het niet meer. En hun zonen zijn naar de stad, zodat er geen opvolgers zijn. "Ze wachten maar af totdat er na de Castro's betere tijden komen". We gaan ook langs bij een sigarenfabrikant, zien z'n tabaksplanten, de voorraadschuur en bekijken hoe hij met de hand van de bladeren een sigaar maakt. We mogen allemaal een trekje nemen en omdat ik een van de laatsten ben, moet ik zuigen aan een inmiddels flink afgelebberd mondstuk. Herinneringen aan m'n sigarenverslaafde vader komen onweerstaanbaar boven (altijd Panter rood). Natuurlijk kopen we ook bij hem wat sigaren. Dus vriend Keijzer (rook je nog?): we komen er aan!
Na een sandwich kaas-ham gaan we met het grootste deel van de groep per bus naar de cuevas de Vinales. Niet naar de Tunel del Amor, een voor jonge verliefde stelletjes omgetoverde tunnel met gekleurde lampjes, niet naar de Cueva del Indio, die de Guanahatabey-indianen en later gevluchte slaven gebruikten als schuilplaats, maar naar de Cueva de Don Tomas, preciezer gezegd: naar de zesde level, zo'n 30 meter stijl omhoog via stenen en rotsformaties tot aan de ingang. We hebben helmen op met een mijnwerkerslampje erop en dalen onder leiding van weer een nieuwe gids de diepte in, omringd door kloven, grotten, stalagmieten en stalagtieten. Indrukwekkend.
Weer op de begane grond voelen we onze knieen. Ja, ja, ook wij ervaren globetroters worden een dagje ouder.
Op de terugweg naar het hotel (villa la Ermerita, met o.a. restaurant, zwembad, snackbar, tennisbaan) doen we een bekende muurschildering. aan, aangebracht na de revolutie op de helling van een mogote: de Mural de la Prehistorica. Het zou een rechtstreekse opdracht van Fidel Castro zijn. Het is een immense afbeelding van 120 x 180 meter, die de wording van de socialistische mens uitbeeldt. Het is een van de vele muurschilderingen die we aantreffen, vrijwel allemaal symbolisch bedoelde socialistische kunstwerken.
Na een duik in het zwembad, gaan we decadent borrelen op ons terras: met cola en zelfgekochte rum. Een goedkope Cuba libre dus. Vanavond doen we op advies van Alexis een nieuw Paladares aan, met opnieuw een prachtig uitzicht. Deze restaurants aan huis geven meer waar voor je geld en zijn sfeervoller dan de staatsrestaurants. Soms bestaan ze maar uit 1 tafel in de huiskamer. Uitsluitend de familie mag koken en bedienen, vreemd personeel is uit den boze. En dus doen de Cubanen dat niet: overal is strenge controle. Of zoals onze lokale gids vanmorgen zei:"Van de 100 Cubanen zijn er 99 controleurs". Er is dus een reuze administratie en werkloosheid bestaat niet. Stel je overigens niet al te veel voor van de Cubaanse keuken. Rijst met vlees en bonen vormen de voornaamste ingredienten, hier genoemd: 'christenen en moren'.
's Morgens wandelen we onder leiding van een lokale gids door het landschap, zien boeren nog ouderwets met de hand ploegen, getrokken door twee ossen. De gids legt uit dat dit noodgedwongen is: de Russische tractors doen het niet meer. En hun zonen zijn naar de stad, zodat er geen opvolgers zijn. "Ze wachten maar af totdat er na de Castro's betere tijden komen". We gaan ook langs bij een sigarenfabrikant, zien z'n tabaksplanten, de voorraadschuur en bekijken hoe hij met de hand van de bladeren een sigaar maakt. We mogen allemaal een trekje nemen en omdat ik een van de laatsten ben, moet ik zuigen aan een inmiddels flink afgelebberd mondstuk. Herinneringen aan m'n sigarenverslaafde vader komen onweerstaanbaar boven (altijd Panter rood). Natuurlijk kopen we ook bij hem wat sigaren. Dus vriend Keijzer (rook je nog?): we komen er aan!
Na een sandwich kaas-ham gaan we met het grootste deel van de groep per bus naar de cuevas de Vinales. Niet naar de Tunel del Amor, een voor jonge verliefde stelletjes omgetoverde tunnel met gekleurde lampjes, niet naar de Cueva del Indio, die de Guanahatabey-indianen en later gevluchte slaven gebruikten als schuilplaats, maar naar de Cueva de Don Tomas, preciezer gezegd: naar de zesde level, zo'n 30 meter stijl omhoog via stenen en rotsformaties tot aan de ingang. We hebben helmen op met een mijnwerkerslampje erop en dalen onder leiding van weer een nieuwe gids de diepte in, omringd door kloven, grotten, stalagmieten en stalagtieten. Indrukwekkend.
Weer op de begane grond voelen we onze knieen. Ja, ja, ook wij ervaren globetroters worden een dagje ouder.
Op de terugweg naar het hotel (villa la Ermerita, met o.a. restaurant, zwembad, snackbar, tennisbaan) doen we een bekende muurschildering. aan, aangebracht na de revolutie op de helling van een mogote: de Mural de la Prehistorica. Het zou een rechtstreekse opdracht van Fidel Castro zijn. Het is een immense afbeelding van 120 x 180 meter, die de wording van de socialistische mens uitbeeldt. Het is een van de vele muurschilderingen die we aantreffen, vrijwel allemaal symbolisch bedoelde socialistische kunstwerken.
Na een duik in het zwembad, gaan we decadent borrelen op ons terras: met cola en zelfgekochte rum. Een goedkope Cuba libre dus. Vanavond doen we op advies van Alexis een nieuw Paladares aan, met opnieuw een prachtig uitzicht. Deze restaurants aan huis geven meer waar voor je geld en zijn sfeervoller dan de staatsrestaurants. Soms bestaan ze maar uit 1 tafel in de huiskamer. Uitsluitend de familie mag koken en bedienen, vreemd personeel is uit den boze. En dus doen de Cubanen dat niet: overal is strenge controle. Of zoals onze lokale gids vanmorgen zei:"Van de 100 Cubanen zijn er 99 controleurs". Er is dus een reuze administratie en werkloosheid bestaat niet. Stel je overigens niet al te veel voor van de Cubaanse keuken. Rijst met vlees en bonen vormen de voornaamste ingredienten, hier genoemd: 'christenen en moren'.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley